>>>  Laatst gewijzigd: 10 december 2020   >>>  Naar www.emo-level-8.nl  
Ik

Notities bij boeken

Start Filosofie Kennis Normatieve rationaliteit Waarden in de praktijk Mens en samenleving Techniek

Notities

Incididunt nisi non nisi incididunt velit cillum magna commodo proident officia enim.

Voorkant Josef Bleicher  'Contemporary Hermeneutics' Josef BLEICHER
Contemporary hermeneutics - Hermeneutics as method, philosophy and critique
London etc.: Routledge & Kegan Paul, 1980, 288 blzn.
ISBN: 07 1000 5520

[De samenvatting is er in grote lijnen. De concrete invulling moet vanaf deel II nog gebeuren. ]

[Mij interesseert het idee van betekenis als een intentioneel betekenis geven aan alle informatie die iemand op zich afkrijgt. Dus niet alleen van tekst - het oorspronkelijke onderwerp van hermeneutiek - of van het gesproken woord, maar ook van (de combinatie van beide met) afbeeldingen, animaties, geluid (muziek), hypertext, kortom: van alles wat de wereld en daarbinnen de media aan informatie op iemand afvuren.]

[Hermeneutiek beperkt zich vaak tot tekst en dialoog (het gesprek). De leefwereld die mensen ontmoeten en waarin ze alles zin moeten geven omvat zo veel meer vormen van informatie die een betekenis moeten krijgen. Dat levert vergaande vragen op. Krijgen mensen nog wel vat op die leefwereld? Worden ze niet overspoeld door informatie? En wat betekent dat dan voor hun interpreteren, voor hun kennisopbouw, voor hun innerlijke evenwicht, voor hun communicatie met anderen?]

[Mjn probleem is dat ik het weer eens over alles tegelijk heb. Leefwereld, dat is alles. Informatie, dat is alles. Kennis, ook. Interpreteren, doen we steeds. Zin en betekenis geven, ook. Ik zou willen uitzoeken wat hermeneutiek kan betekenen voor het interpreteren van de leefwereld of van de massamedia en de gevolgen ervan (massificatie, uniformering of juist versplintering van horizon). Ik wil hoe dan ook blijven bij de zorg die ik voel over de media, met name ook over de hypermedia in de computernetwerken van vandaag de dag.]

(1) Introduction

Hermeneutiek is de filosofie / de theorie over het interpreteren van de betekenis van menselijke uitdrukkingen (teksten, kunstuitingen, culturele uitingen, intermenselijke uitingen).

"The realization that human expressions contain a meaningful component, which has to be recognized as such by a subject and transposed into his own system of values and meanings, has given rise to the 'problem of hermeneutics': how this process is possible and how to render accounts of subjectively intended meaning objective in the face of the fact that they are mediated by the interpreter's own subjectivity." (1)

[Het hermeneutisch probleem is dus dat iemand de betekenis van menselijke uitingen kan kennen, maar nooit los van zijn of haar eigen waarden- en betekenissensysteem. Hoe objectief is die kennis dan? En hoe werkt dat wanneer er meer mensen bij betrokken zijn? Het gekke is dat mensen elkaar in de praktijk heel aardig begrijpen. Maar hoe is dat dan mogelijk?]

Er zijn vier lijnen in die hermeneutiek [tot aan 1980 in ieder geval, het jaar van uitgifte van dit boek]:

Het boek is opgebouwd naar de zojuist genoemde indeling.

(8) Part I - Hermeneutical Theory

(11) Chapter 1 - The rise of classical hermeneutics

Over Dilthey's The rise of hermeneutics. Ons verdiepen in beschavingen uit het verleden verrijkt ons leven, maar is ook nodig om sociaal te kunnen handelen.

"Understanding, then, is motivated by our interest in partaking in the inner life of somebody else and is both necessary and rewarding. It establishes a communion of the human spirit dwelling in all of us and addressing us in multifarious forms from all directions." (9)

[Je kunt je afvragen of dat vandaag de dag nog wel zo gezien mag of kan worden. Het is een wel erg universele insteek.]

De eerste fase van de hermeneutische methode was tekst-gericht: filologie (met name van de klassieke teksten), exegese van 'heilige boeken', juridische exegese. Men probeerde de exacte betekenis van teksten te achterhalen door een verzameling regels te volgen.

"The insight that individual parts have to be dealt with in relation to the whole and to the other parts marks a significant step in the development of hermeneutics which, in its early, pre-Schleiermacher, form progressed yet further." (12)

[Als interpretatie moet gebeuren door delen in relatie te plaatsen met het geheel (van de tekst bijvoorbeeld; en dat is het inzicht hier), dan is dat in meer moderne verhoudingen bij een niet-lineaire hypertext lastiger zo niet schier onmogelijk.]

Met Schleiermacher wordt interpretatie gezien als een begrijpen dat op een creatieve manier herformuleert en reconstrueert wat in die teksten staat. Bovendien legt hij veel nadruk op de taligheid van de interpretatie van een tekst.

"But this is not all: given adequate historical and linguistic knowledge, the interpreter is in a position to understand the author better than he had understood himself." (15)

Schleiermacher formuleert een systeem van interpretatieregels. Hij beperkt zich nog tot theologie en filologie, maar binnen vijftig jaar ontvouwt zich dit tot een methodologie voor de opkomende 'Geisteswissenschaften' waarbij het begrijpen van historische gebeurtenissen een grote rol speelde. Hoofdpersonen hier: Giambattista Vico, Droysen, en uiteindelijk Dilthey. Individuele gebeurtenissen moesten weer gezien worden in het licht van de totale geschiedenis, Hegel's apriori's over de historische ontwikkeling moesten bestreden worden maar ook het positivisme dat in die tijd opkwam.

Dilthey verzet zich tegen het dualisme van theorie en praktijk, van wetenschap en moraal in de lijn van de Grieken, enz. Kant had die scheiding versterkt door wetenschap objectief en de moraal subjectief te maken. Voor Dilthey moeten ratio / logica / wetenschap en leven samengaan. Dilthey's filosofie is een levensfilosofie (Georg Misch).

"The corollary of the restriction of knowledge to the instrumentally utilizable is the abandoning of other fields to irrationalism. Through his Critique of Historical Reason Dilthey hoped to bring the area of the conduct of life within the orbit of science by providing a foundation for the possibility of generally valid standards of moral action." (21)

Desondanks moet zijn hermeneutiek objectieve kennis mogelijk maken. Dilthey hanteert daarin sterk een subject - historisch object tegenstelling en heeft weinig oog voor de ingebedheid van beide in geschiedenis en taal enz. Daarmee blijft Dilthey uiteindelijk toch in een ahistorisch sciëntisme hangen, aldus Gadamer en Habermas.

"Dilthey's metascience did not succeed in bringing into harmonious union his twin concerns with the philosophy of life and scientific objectivity. This should not, however, distract from the valuable insights he arrived at on this level, especially that of the historicality of man and society, and the historicity of knowledge; there are also his more methodology-oriented discussions which centre around his critique of idealist, biological and positivist formulations of social theory and his theory of verstehen." (25)

Zijn belangrijkste bijdrage: de methode van 'Verstehen' - van invloed geweest op bijvoorbeeld Weber -

"which provided the models for all subsequent approaches concerned with the understanding of 'action'." (26)

(27) Chapter 2 - Betti's hermeneutical theory

Betti maakt een onderscheid tussen 'Auslegung' (= objectieve interpretatie) en 'Deutung' (= subjectieve speculatieve intrepretatie). Hij onderscheidt ook tussen 'Verstehen' (als gericht op het begrijpen van de betekenis, het belang, de waarde van de verschijnselen buiten ons; geen introspectieve psychologie hier) en 'Erklären' (waarmee iets in een causale samenhang geplaatst wordt). Betti onderkent ook het talige aspect van kennis in de lijn van Humboldt en later De Saussure.

"Elementary understanding of spoken or written speech takes place in everyday life and consists of the correct comprehension of the sense of it. Understanding is always more than knowing the meaning or signification of the words used in speech — the listener, or reader, has to participate, ideally, in the same 'form of life' as the speaker or writer so as to be able to understand not only the words used but to 'share into the communion of thought offered to him' (p.115). Understanding is directed at a whole and presupposes a total engagement — intellectual, emotional, moral — on the part of the subject. (...)
At this stage it is worth confirming the importance of a speech community and a universe of discourse for correct understanding. Speech and understanding are only possible within a communicative context in which two subjects participate on equal terms so that intended and perceived meaning can most nearly coincide." (32)

[Zet dit eens af tegen wat mensen in de AI over taal naar voren brengen. Die hebben meestal een veel te simpel idee over taal. Interessant is ook hoe Habermas Betti ziet. Op een bepaalde manier zit dit allemaal dicht in de buurt van wat Habermas schrijft.]

Betti ziet interpretatie net als Schleiermacher en Dilthey als het omgekeerde van het scheppingsproces. Maar die reconstructie kan het beste wanneer schepper en interpretator op fundamentele zaken als intellect en moraal overeenstemmen. Maar hoe kun je dan tot een objectieve interpretatie komen? Door belemmeringen als intolerantie, vooroordeel, arrogantie, conformisme, gebrek aan interesse in wat anders is weg te nemen. Door volledige openheid. Door een besef dat een interpretatie altijd waardengebonden is (axiologische benadering).

"In his rejection of the subjectivism and relativism introduced in hermeneutics by existentialist philosophers Betti reaffirmed the possibility of, at least, relative objectivity of the results of interpretation." (36)

Betti probeert de dialectiek tussen subjectiviteit en objectiviteit op te lossen, maar hij blijft toch nog hangen in sciëntisme: net als Dilthey komt hij niet goed uit de rol van het subject en blijft hij uitgaan van een natuurwetenschappelijke kennisverwerving. Hij onderscheidt verschillende vormen van interpretatie: filologisch, kritisch, psychologisch, technisch-morfologisch.

"Betti's idealist standpoint leads him to neglect the contingent factors of relationships of power and economic development, and thereby to over-stress the self-transparency of human actors." (45)

[Bleicher neemt een paar teksten in dit boek op. Het is dus ook een beetje een reader. De eerste is een tekst van Betti: Hermeneutics as the general methodology of the Geisteswissenschaften die staat op p. 51-94. Ik vind Betti bijzonder interessant.]

(95) Part II - Hermeneutic philosophy

(98) Chapter 3 - Heidegger's existential-ontological hermeneutic

Met Heidegger's Sein und Zeit van 1926 wordt hermeneutiek een transcendentaal onderzoek: het expliciet maken van wat eigenlijk al begrepen is staat centraal (hermeneutische cirkel). Historiciteit wordt in de hermeneutiek een kernkwestie: er is altijd sprake van 'Vorverständnis' (Bultmann), 'Voraussetzungslosigkeit' is in interpretatie onmogelijk - je moet je subjectieve individualiteit in het interpreteren niet ontkennen of wegdrukken, 'Vorurteilsfreiheit' is juist wat wel nagestreefd moet worden.

Fuchs en Ebeling [de laatste zegt dat een tekst ons ook interpreteert - wat een onzin op p.107] leiden de 'linguistic turn' in die bij Gadamer plaats vindt. Gadamer is in feite een criticus van de Verlichting en benadrukt het belang van vooroordeel, traditie en gezag. [Gek dat dat onderscheid van Bultmann hier niet genoemd wordt.] Alle kennisverwerving (ook die van de natuurwetenschappen) is essentieel historisch. Er is sprake van bewuste legitieme vooroordelen. [Hoe onderscheid je die van slechte?] Interpretatie is een productief proces, je interpreteert een oude tekst niet zoals hij ooit was bedoeld ('as is'). Die was gebaseerd op de horizon van vroeger. De horizon van de interpretatie nu is anders, je moet de horizon van vroeger als het ware opnemen in de actuele. Interpreteren heeft een dialogisch karakter. Vandaar het belang van de taal. Kennis en begrip zijn taalgebonden.

[Taal is eigenlijk bij alle auteurs in de hermeneutiek al aanwezig: het gaat steeds om interpretatie van tekst of gesproken woord. Taal wordt vanaf het begin verabsoluteerd. Ik vind die insteek bijzonder eenzijdig.]

[117-121: Dat propositionele opvattingen over kennis en waarheid afgewezen worden is mijns inziens prima. Vgl. de conclusie hier met de benadering bij AI - de mensen daar zitten steeds op die lijn. De wetenschapsopvatting van het sciëntisme is slechts één mogelijke vorm van kennisverwerving en wordt nog verabsoluteerd ook.]

[Waarheid en kennis als ontsluiting is de andere weg, waarbij verificatie helemaal niet op dezelfde manier kan plaatsvinden als bv. in het sciëntisme wordt bepleit. Het gaat hier niet om berekenen en meten, maar om het kwalitatief vaststellen van betekenis.]

[112-126: Het verschil tussen Betti en Gadamer wordt bijzonder helder uitgewerkt.]

[Waarschijnlijk zijn AI-auteurs door deze argumentatie nooit te overtuigen van de beperktheid van hun streven, omdat het taalgebruik van Heidegger en Gadamer werkelijk niets doet om de argumentatie toegankelijk en acceptabel te maken. Ik vermoed dat dat Dreyfus' handicap ook is geweest. Heeft Dreyfus overigens ook maar iets gedaan met kritische hermeneutiek, met Apel en Habermas en zo verder? We zullen het zien.]

(141) Part III: Critical hermeneutics

In deze richting wordt de kritiekloze houding aangepakt tegenover de traditie en de inhouden in artefacten: hoe onderscheid je leugen en propaganda van waarheid? Hoe kritisch worden in de interpretatie betekenissen gegeven?

Er wordt aandacht geschonken aan ideologische structuren, aan verwrongen vormen van begrip en communicatie. De gewilde benadering is een combinatie van verklaring en interpretatie zoals in de psychoanalyse met dezelfde emancipatorische gerichtheid. Maar - inderdaad - hoe weet iemand dat hij 'vals bewustzijn' ziet, hoe weet iemand wat het 'ware bewustzijn' is? Er is al gauw sprake van een elitair karakter in dat soort benaderingen.

Gadamer's opvattingen zijn voor Betti een terugval in subjectivisme en voor Apel het opgeven van het goede in de Verlichting en de relevantie. Apel zoekt naar criteria voor het vaststellen van de validiteit van naar voren gebrachte interpretaties zonder de historiciteit van het kennen los te laten. Hij wil de vooruitgang in interpreaties laten zien.

[P.147! Apel is dan de eerste die dingen zegt die direct raken aan mijn eigen meest fundamentele vraag. En in bijna dezelfde bewoordingen. Citaat op p.148 om dat te verduidelijken.]

[Belangrijk is mijns inziens dat de interpretatie van de interpreet werkt met een verklaringsmodel voor het zelfbegrip van de geïnterpreteerde tekst, actor en zo verder die dat zelfbegrip moet verbeteren (emancipatie; de interpreet kent de/het geïnterpreteerde beter dan die zichzelf kent). De hermeneutiek ging er te veel van uit dat mensen als bewuste zelfbepalende actoren bezig zijn en vergat de materiële historische omstandigheden van al het handelen. Je kunt - met andere woorden - de historiciteit aan de kant van interpreet en geïnterpreteerde veel verder invullen.]

Hierna wordt Habermas' dialectisch-hermeneutische visie op de sociale wetenschappen besproken. Kern van de zaak is te vinden in een citaat op p.153 waarin zowel kritiek wordt geleverd op Gadamer als op de fenomenologische sociologie dan wel de taalanalyse van Wittgenstein / Winch.

Sandkühler en Lorenzer bekritiseren ook Habermas.

[Vanwege de inbreng van de psychoanalyse als model is dat ook wel logisch, want wat is psychoanalyse? Moeten we het dan eens zijn met de opvattingen over de ontwikkeling van kinderen, de energiestromen, etc. zoals door Freud naar voren gebracht? Met andere woorden: deugt dit model wel? moeten we dat interpretatiekader niet eerst verbeteren voordat we het toepassen in het kader van de hermeneutiek? Sandkühler is gewoon een dogmatische marxistisch-leninist. Lorenzer is interessanter maar beperkt.]

(213) Part IV - Summary and new perspectives

De 'Introduction' vat de stand van zaken op een aantal punten goed samen, hoewel de gekozen richting die van de sociologie is (vandaar ook Weber, Parsons, G.H.Mead) (215-216).

Verder een bespreking van Ricoeur. De kwestie van subjecief / objectief is de kern van de zaak. Ricoeur grijpt terug naar de eidetische methode van de fenomenologie, die lijkt op de structurele analyse in veel van de structuralistische aanpak van (taal-, antropologische, etc.) verschijnselen. Ricoeur mis vaak de semantische inhoud (224), er is sprake van een neo-positivistische ondertoon. Structurele analyse is wél voorwaarde voor het begrijpen van betekenis. (226!)

[Mijn conclusie bij dit boek.]

[Het is interessant om die hele hermeneutische traditie nog eens voor me te zien. Het gekke is dat er dus geen echt antwoord komt op de hamvraag of interpretaties een redelijke mate van objectiviteit kunnen hebben. Op de juiste manier de betekenis van uitspraken en teksten, van artefacten, en zo verder, begrijpen, informatie op de juiste manier begrijpen, is dat mogelijk? Hoe weten we dat de interpretatie juist is (controleerbaarheid!). Hoe kunnen we hem juist maken op een controleerbare manier?]

[Het probleem heeft zich door de jaren heen verdiept en dat is goed. Maar wat is waarheid en wat betekenis wanneer er sprake is van een interactie tussen een interpreet (met alle mogelijke historische, culturele, maatschappelijke, sociale, persoonlijke achtergronden) en het / de geïnterpreteerde (met dezelfde achtergronden; een groep mensen, een mens, een cultureel of technisch artefact, technieken en methoden, elk 'ding' dat door mensen gemaakt is bestaat in feite ook met die achtergronden).]

[En degene die de interpretatie interpreteert heeft ook weer die achtergronden. En zo verder in een eindeloze regressie. Elke sciëntistische aanpak om verschijnselen te begrijpen en verklaren, simplificeert enorm, maar is binnen het kader van de methode in ieder geval controleerbaar, althans dat verwacht ik. De 'waarheid' die bjvoorbeeld de natuurwetenschappelijke benadering oplevert is een beperkte, in veel gevallen zelfs een gevaarlijke, 'waarheid'. Maar die is dan meestal wel zekerder dan veel interpretaties van verschijnselen, zeker in de alledaagse communicatie tussen mensen.]