>>>  Laatst gewijzigd: 8 april 2023   >>>  Naar www.emo-level-8.nl  
Ik

Notities bij boeken

Start Filosofie Kennis Normatieve rationaliteit Waarden in de praktijk Mens en samenleving Techniek

Notities

Voorkant Heijne 'Mens / Onmens' Bas HEIJNE
Mens / Onmens - Essay
Amsterdam: Prometheus. 2020, 134 blzn. (epub)
ISBN-13: 978 90 4464 1493

(1) Eerste deel - Waarheid en identiteit

De brand in de Notre Dame als aanleiding.

"En zo komt de tragedie van de Notre-Dame vrijwel meteen in het licht te staan van twee grote, hedendaagse obsessies: waarheid en identiteit. Wat is waar, wat wil je dat waar is? Wat geloof je, wie zijn we? (...) Onze obsessies met waarheid en identiteit gaan diep, ze raken het hart van onze samenleving. Ze beheersen de politiek, onze relatie met elkaar, de manier waarop we onszelf en anderen zien. En nog dieper, ze raken aan wat het betekent om mens te zijn. Daarover gaat dit essay."(7)

[Lekker vaag allemaal. Beweringen die niet te toetsen zijn. In korte alinea's. In korte secties. Weet je wel. Duidelijk iemand met een journalistieke achtergrond. Het gaat blijkbaar over thema's die aanschurken tegen complottheorieën, postmodernisme, en zo meer. Maar dan oppervlakkig.]

"Het debat over het post-truth-tijdperk gaat ogenschijnlijk over wat waar is en wat niet waar is, de strijd tussen feit en fictie, de partij van het verstand en die van de moedwillige of onbewuste onwetendheid. Maar in werkelijkheid zijn het andere, dieperliggende tegenstellingen die dat debat sturen. Het gaat om emotie tegenover ratio, beleving tegenover cijfers, afstand tegenover nabijheid, abstractie tegenover herkenbaarheid, maar ook om ‘volk’ tegenover ‘elite’."(12)

Bespreking van Kakutani over waarheid.

"Het is een onheilige drie-eenheid: relativisme, narcisme en schaamteloze subjectiviteit. Wanneer het idee van waarheid louter nog als een kwestie van perspectief wordt opgevat, dan kan iedereen zijn eigen waarheid maken."(15)

De feiten staan tegnover de betekenissen die aan feiten gegeven kunnen worden.

"Het zijn emoties die het menselijke verstand in beweging zetten, tot daadkracht aansporen. De slavernij is niet afgeschaft op basis van wetenschappelijk onderzoek. Het is primair de emotie van onrecht, van gevoeld of meegevoeld lijden en schuldgevoel, die het denken over rechtvaardigheid en gelijkwaardigheid in beweging heeft gezet.
Dat is wat Hume bedoelt wanneer hij zegt dat de rede slaaf van de hartstochten is. Anders gezegd, voor we ergens over gaan nadenken, moet het ons eerst wat kunnen schelen."(22)

"Het zoeken naar een objectieve waarheid geldt niet langer als een positieve kracht die ons verder gaat brengen, die onze emoties bedding geeft, en ons richting een gedeelde waarheid stuurt, mogelijk eindigend in consensus, maar juist als een teken van een fataal soort relativisme – omdat het een authentiek gevoelde overtuiging tracht te overstijgen. De rede van Hume die onze emoties moet toetsen geldt dan als verdacht, een bedreiging van eigenheid en authenticiteit."(29)

"Zo gezien is het streven naar waarheidsvinding de vijand van identiteit. Het argument dat objectiviteit niet bestaat, dat alles een kwestie van perspectief is, kan dan worden gebruikt om degenen die zeggen naar feitelijkheid te streven verdacht te maken, weg te zetten als hypocriet, een verborgen agenda volgend, en zo verder.
Maar dat argument wordt vervolgens niet gebruikt om te pleiten voor méér objectiviteit, betere waarheidsvinding. Integendeel, het wordt gebruikt om het geloof in eigen waarden, religieuze, culturele en groepswaarden onaantastbaar te verklaren, immuun voor onderzoek, boven rationele kritiek verheven. Omdat anderen liegen of hypocriet zijn, hoeven jouw overtuigingen niet langer kritisch tegen het licht gehouden te worden."(29)

"Dat waarheid en identiteit tegenwoordig zo vaak met elkaar botsen, heeft vooral te maken met een dieperliggend conflict, dat wat mij betreft essentieel is: het gevoel dat een feitelijke, wetenschappelijke blik op de wereld die wereld van haar betekenis heeft ontdaan – iets wat alleen door emotie en geloof weer hersteld kan worden. Een geloof dat feiten ondergeschikt aan beleving maakt."(31)

"Kakutani’s voorstelling van een partij van de rede die bestookt wordt door krachten die alles op alles zetten om die rationele blik op de wereld te ondermijnen, is dus een karikatuur. Het probleem is juist dat we beter dan ooit beseffen dat de waarheid vele invalshoeken kent, dat het duiden van de werkelijkheid vooral een kwestie van interpretatie is, van onze persoonlijke relatie met de feiten.
Het is te gemakkelijk om postmodernisten daarvan de schuld te geven, zij zijn slechts de boodschappers."(34)

[Tja, als je evolutionaire psychologen gelooft ... en "we"? Ik niet. Kakutani heeft het gewoon bij het rechte eind.]

"We zien steeds meer, maar we weten maar zelden echt iets. Ikzelf weet vrijwel niets uit de eerste hand over de effecten van vaccinaties, of over de opwarming van de aarde, om slechts een paar hete hangijzers te noemen. Ik vertrouw op de wetenschap, op instanties buiten mijzelf. Maar juist dat vertrouwen is nu gemakkelijk te ondermijnen door de suggestie dat die wetenschap ook ‘de waarheid’ niet in pacht heeft – en gestuurd wordt door verborgen belangen."(40)

[Al die 'gelovigen' gooien met een beeld van wetenschap dat niet deugt, hebben een totaal verkeerd beeld van de feitelijke samenhang tussen wetenschap en waarheid.]

(43) Tweede deel - De liberale leegte

"Maar afkeer van de elites vind je niet enkel bij de rechts-populisten. Hedendaagse elitekritiek kent vele toonaarden, is afkomstig van links en rechts, van onderop en uit de eigen gelederen. Maar ze uit zich in dezelfde toonaarden: de maatschappelijke bovenlaag levert niet, zit in zichzelf opgesloten, dient vooral het eigen belang, weet niet wat er leeft, neemt geen verantwoordelijkheid, is niet in staat tot wezenlijke verandering. Daar lijken de meeste critici het over eens.
Maar die algemeen gedeelde afkeer verhult totaal verschillende gezichtspunten over wát er mis is – en wat eraan gedaan moet worden. Daardoor dreigt ‘de elite’ een vaag containerbegrip te worden voor alles wat je niet bevalt, voor iedereen die het bloed onder je nagels vandaan haalt." [mijn nadruk] (46)

"Maar de huidige afkeer van de elite is, denk ik, meer dan gemakzuchtige kritiek, louter ontketende agressie. Ga de verwijten langs die tegen de elite worden ingebracht en je stuit op een wezenlijk conflict."(48)

"Daarnaast is er de elitekritiek op links, een groeiende kritiek op een klasse die alleen in schijn progressief is, maar al haar idealen het raam uitgooit zodra er werkelijk hervormd moet worden of de eigen belangen in het geding komen.
Dat al te opportunistische, blingbling idealisme van de welgestelde klasse wordt bijvoorbeeld aan de kaak gesteld in het veelbesproken Waarom de superrijken de wereld niet zullen veranderen (Winners Take All, 2018) van de Amerikaans-Indiase journalist Anand Giridharadas. Door rijken en beroemdheden worden progressieve denkbeelden verkondigd over gelijkheid en duurzaamheid, worden awards uitgereikt en in ontvangst genomen. Er wordt druk overlegd tijdens conferenties op A-locaties, maar het blijft bij krabben aan de oppervlakte."(49)

"En voeg aan ijdelheid gerust hypocrisie toe: het engagement van beroemdheden is te vaak niets anders dan een vanity project, de drang om je in de glans van een goede zaak te koesteren – feminisme, racisme, milieu – zonder dat er van reële daadkracht sprake is. Denk aan al die vrouwenpanels waarin de noodzaak van feminisme wordt bezongen door prinsessen en koninginnen (Máxima) en miljardairsvrouwen.
Het dodelijkste voorbeeld van dit soort hypocrisie is dat van celebrities die in hun privéjet naar een conferentie over de klimaatcrisis vliegen."(50)

[Waaraan je kunt zien dat 'elitair' inderdaad een containerbegrip is geworden en het hard nodig heeft om gedefinieerd te worden. Want wat heeft rijk of beroemd zijn nu met 'elitair' zijn te maken? Voor mijn gevoel helemaal niets. ]

"Samengevat: we hebben een ‘elite’ die ‘het volk’ en onze cultuur doelbewust ondermijnt; er is de elite die vooral voor zichzelf zorgt, niet van plan is een meer rechtvaardige verdeling na te streven; en een elite die haar plicht als elite verzaakt, niet moedig is, niet langer voor zichzelf durft uit te komen.
Aan de oppervlakte gaat het steeds over bepaalde mensen aan de top, om graaiers, lege celebrities, deugmensen, ongevoelige technocraten, zwalkende politici, de Haagse kaasstolp. Dagelijks is er iemand om je over op te winden, gesjoemel, zelfverrijking, arrogantie, blinde bedilzucht, elitaire vooringenomenheid.
Die alomtegenwoordige afkeer van zulke verschillende personen en types kent wel degelijk een gemene deler, een gezamenlijk doelwit.(...) Een symptoom van een veel grotere onvrede: een groeiende afkeer van het liberalisme."(51)

[Yep, maar het heeft helemaal niets met 'elite' te maken. En afkeer van het liberalisme? Waarom stemmen zoveel mensen dat op de VVD en D66? ]

Wat houdt dat liberalisme in?

"Ten eerste: het besef dat er altijd politieke strijd zal zijn, aangezien er sinds de Verlichting geen gemeenschappelijk, algemeen gedeeld idee van ‘het goede’ meer is.(...) Je bent vrij te geloven wat je goeddunkt."(53)

[Dat is geen besef - alsof het feitelijk zo zou zijn maar dat is niet zo - maar een opvatting die geen richting wil opleggen.]

"Ten tweede verzet het klassieke liberalisme zich volgens Fawcett tegen de menselijke neiging de macht naar zich toe te trekken, tegen het verlangen naar dominantie en autoriteit, zowel bij politici die het liefst alleen zouden heersen, als bij het volk, dat te vaak geneigd is om alle macht bij eenlingen te leggen. Het liberalisme zoekt altijd naar een systeem waarbij de macht democratisch gecontroleerd en ingeperkt kan worden.B Daarnaast verkondigt het liberalisme het geloof in vooruitgang, het idee dat we stap voor stap vooruitkomen, zolang we ons hoofd er maar bij houden. Steeds een stukje beter.
En ten slotte is er het liberale geloof in gelijkwaardigheid, de notie dat iedere mens respect verdient op basis van zijn mens-zijn alleen, ongeacht zijn afkomst, sociale status of capaciteiten. Het maakt niet uit wat of wie je bent, iedereen telt mee."(53-54)

[Dat is geen menselijke neiging die er van nature is. En met dat geloof in gelijkwaardigheid valt het nogal mee, lijkt me: mensen met meer geld en macht zijn duidelijk 'gelijkwaardiger dan andere'. ]

"De klassieke rivalen van het liberalisme verzetten zich vooral tegen dat heilige geloof in het individu als maat van alle dingen.
Het conservatisme verwerpt de liberale nadruk op individuele vrijheid en zegt op te komen voor het herstel van de gedeelde waarden van cultuur en gemeenschap."(54)

"Het socialisme keert zich eveneens tegen een veronachtzaming van gemeenschap, maar vat die gemeenschap op als broederschap, een vorm van solidariteit, sociaal en economisch, juist over de grenzen van cultuur en afkomst heen. Gelijkheid en vrijheid gaan niet vanzelf samen, ze staan voor het socialisme vaak op gespannen voet."(56)

"Omdat het liberalisme ‘visie’ heeft verworpen, omdat het hebben van een visie een vorm van ideologie zou zijn, werd het steeds meer gezien als hoeder van de status quo, politiek stilstaand water. In plaats van ‘visie’ is er technocratische besluitvorming en de overtuiging dat de overheid zich zo ver mogelijk uit de maatschappij moet terugtrekken – dan kan de burger weer ‘in zijn kracht’ worden gezet en met zijn medeburgers een gemeenschap vormen, met nieuwe vormen van solidariteit en gemeenzaamheid die door een al te grote afhankelijkheid van de overheid verwaterd zouden zijn."(59)

"Het verlichtingsdenken gaat ervan uit dat mensen van nature egocentrisch zijn, omdat ze naar genot en zelfvoldoening streven. Daaruit volgt dat mensen alleen in staat zouden zijn om goed te doen voor anderen wanneer ze daar zelf ook baat bij hebben. Al is het maar dat ze zichzelf dan geweldig goed kunnen vinden.’" [mijn nadruk] (64)

[Ik denk niet dat dat waar is. ]

"Zo pessimistisch ben ik niet [over dat het liberalisme zijn langste tijd gehad heeft zoals John E. Gray beweert - GdG]. Ik heb in mijn leven, zoals de meeste mensen in Nederland, te veel te danken aan de stapsgewijze verwezenlijking van liberale waarden."(69)

"In veel opzichten ben ik dus een kind van de naoorlogse sociaaldemocratie.
Er zijn meer dan genoeg mensen die die liberale waarden, zoals Fawcett ze beschrijft, niet op de vuilnisbelt van de geschiedenis willen zien belanden, omdat ze hun levens en die van hun naasten wel degelijk sterk verbeterd hebben.
Geloof in het nut van politieke strijd, geloof in gelijkwaardigheid van alle mensen, geloof in vooruitgang en een voortdurend alert-zijn op de autoritaire trekjes in de mens; de geloofsartikelen van het liberalisme lijken me noodzakelijker dan ooit."(70)

[Verwarrend. Een kind van de sociaaldemocratie én een voorstander van 'liberale waarden'. Bovendien is nog maar de vraag over welke liberale waarden we het hebben. Het lijken weer de politieke: individuele vrijheid. Het lijken weer niet de economische: het marktdenken en zo.]

"Het is de vraag of je de haat tegen de Verlichting geheel op het conto van de Verlichting zelf kunt schrijven. Maar het lijkt me duidelijk dat de huidige frustratie aan zowel de linker- als de rechterkant van het politieke spectrum in de eerste plaats gericht is tegen moderne vormen van ‘ontmenselijking’. Zowel het verlangen naar gemeenschap als het verlangen naar nieuwe vormen van solidariteit beschouwen het individu als op een fatale manier ‘vervreemd’ en ‘ontheemd’ – losgeraakt of losgemaakt van zijn vertrouwde culturele bedding, of gereduceerd tot een door algoritmen aangestuurde homo economicus, een verzameling data die economisch geoptimaliseerd dient te worden.Wie zijn wij? Wat zijn we elkaar verschuldigd? Op beide vragen geeft het huidige liberalisme geen antwoord."(79)

(81) Derde deel - Mens/onmens

Over de leus Vrijheid, gelijkheid en broederschap.

"Maar ook wie de revolutionaire leus onderschrijft, worstelt met de hedendaagse invulling ervan.
Wat is vrijheid?
Of tegenwoordig vooral: waar liggen de grenzen van de vrijheid? Wat is gelijkheid in een samenleving die voorgoed pluriform is geworden, waarin steeds meer mensen een verschillende culturele achtergrond hebben en waarin veel mensen het gevoel hebben dat zij, en de mensen die op hen lijken, niet gezien worden?
En ook, hoe kun je nog van vrijheid spreken wanneer technologie het steeds gemakkelijker maakt ons te observeren, te controleren, te beïnvloeden?(...) En gelijkheid – wat is het ideaal van gelijkheid nog waard, wanneer op sociaal vlak de ongelijkheid wereldwijd alleen maar toeneemt?
En dan het lastigste begrip van allemaal: wat bedoelen we wanneer we over broederschap spreken?"(82)

[Goede vragen. Nu nog antwoorden ... En laten we eens beginnen met het seksistische woord 'broederschap' te vervangen door een woord als 'solidariteit', dat scheelt al weer een slok op een borrel.]

"Afgedwongen solidariteit en gemeenschapszin, zowel op links als op rechts, leidt onherroepelijk tot betutteling, morele scherpslijperij, rancune, tweespalt en haat. Altijd, overal. De droom van een homogene, onvervreemdbare en ondeelbare eigenheid leidt tot uitsluiting en vernedering van wie anders is, afwijkt, er niet bij hoort. Mens wordt onmens."

[Moet je zien wat hier allemaal beweerd wordt, zonder enige onderbouwing. Het idee 'dwang' is al niet simpel. Bestuur betekent sturing, sturing is altijd ook dwang, mensen in een bepaalde richting duwen. Maar dat kun je uitleggen, dat is niet per se betuttelen. Je kunt die tolerantie oproepen, mensen stimuleren en motiveren tot solidariteit. En waarom zou die behoefte aan homogene etc. eigenheid noodzakelijkerwijs uitsluiten wie anders is? Waarom zou die niet samen kunnen gaan met solidariteit, tolerantie, delen, etc. Precies dat principe kan deel uitmaken van die eigenheid. Oppervlakkig dit. En waarom naar de bijbel grijpen, in 4, naar de mythe van Kain en Abel, mensen die nooit bestaan hebben??]

"Daar zit het allemaal in – de emotionele lading, het gemak waarmee gevoelens van verwantschap en harmonie kunnen omslaan in nijd, ressentiment, haat en geweld. Broederschap is vanaf het eerste begin ambivalent, beladen, gevaarlijk."(86)

[Hier wordt een mensbeeld neergezet met als basis een mythe. De suggestie is: zo zijn mensen nu eenmaal. Alsof mensen niet in een context opgroeien.]

"In zijn populaire geschiedenis van de mensheid, Sapiens (2014), haalt de Israëlische historicus Yuval Noah Harari het bekende onderzoek aan waaruit blijkt dat mensen goed in staat zijn samen te werken in klein verband, zolang ze onderdeel uitmaken van dezelfde, overzichtelijke gemeenschap. Wetenschappers stellen de kritieke grens op ongeveer 150 personen. Wanneer er in grote groepen moet worden samengewerkt, heb je een gemeenschappelijk verhaal nodig, een verbindende mythe. Wanneer mensen die elkaar niet kennen een gemeenschappelijk doel hebben, in hetzelfde geloven, zijn ze in staat samen iets tot stand te brengen, een gemeenschap te vormen, gemeenschappelijke waarden te delen. Op de lange termijn ontstaat er dan cultuur, gedeelde eigenheid.
De relatie tussen mensen die elkaar niet kennen moet dus verbeeld worden. Het is een constructie.
" [mijn nadruk] (87)

[Met andere woorden: het kan dus wel, als dat gemeenschappelijke verhaal, die verbindende visie er maar komt. Uitgewerkt moet dus worden hoe dat aangepakt kan worden. Maar nee, weer een en al somberheid in de bladzijden erna. ]

"Maar gemakkelijk is dat vaak niet geweest en de twijfels van Kellendonk over het vermogen van veel mensen om echt werk te maken van broederschap over de grenzen van de eigen groep heen, zijn niet onzinnig gebleken. Je hoeft maar even op Twitter of Facebook te kijken, de tv aan te zetten of een krant open te slaan om te zien dat dat inderdaad het geval is: veel mensen doen weinig of geen moeite om elkaar te leren begrijpen.
Of ze er de kracht niet voor hebben, of dat ze er domweg geen zin in hebben – daarover kun je twisten." [mijn nadruk] (95)

[Ze hebben niet geleerd om te begrijpen, open te staan, tolerant te zijn, omdat de opvoeding en het onderwijs niet deugen en de politiek daar nauwelijks aandacht voor heeft of greep op wil hebben. Individuele vrijheid, weet je wel? We mogen niets afdwingen, begrijp je?]

"Die breuklijnen lopen in de samenleving niet alleen langs etnische en culturele lijnen, zoals Kellendonk het in dat interview nog voorstelde, maar inmiddels ook langs geografische en economische lijnen. Wit tegenover zwart, moslim tegenover ongelovige, stad tegen platteland, oud tegen jong, kosmopoliet tegen nationalist.
We leven in een verkavelde wereld, waarin steeds meer mensen zichzelf definiëren op basis van één enkele verwantschap, die zich markeert door zich af te zetten tegen andere groepen. Het is de reactie die Nathalie Heinich beschrijft: juist uit angst voor verwarring en zelfverlies klamp je je nog stevig vast aan iets wat buiten jezelf ligt en toch van jou is. Identiteit.
Identiteit is dan niet langer een houvast om beter met de grote wereld om te gaan, het is heel de wereld geworden. Alles wat je eraan herinnert dat er andere werelden zijn, feiten en opvattingen die de wereld in een ander licht zetten, worden als leugens of als een regelrechte bedreiging opgevat." [mijn nadruk] (97)

"Dit had Frans Kellendonk goed voorspeld: veel mensen vinden dat de opgave waar hij over sprak niet alleen hondsmoeilijk is, maar domweg onmogelijk. Of zelfs dat het ideaal van ‘samensmelten’, broederschap in een pluriforme samenleving, een gevaarlijke dwaalleer is geweest.
Het idee dat mensen met een verschillende achtergrond, sociaal, cultureel of etnisch, gedoemd zijn onverschillig langs elkaar heen te leven in wederzijds onbegrip of, erger, geneigd zijn elkaar met wantrouwen tegemoet te treden of elkaar de hersens in te slaan, heeft in de afgelopen jaren school gemaakt."

[Herhaling van zetten met heel veel vage beweringen. Wat gaan we er aan doen?]

"Kaag constateert, net als Pomerantsev, dat de idealen van de Verlichting onder vuur liggen, stelt dat we daar vooral niet over moeten zwijgen, het niet zomaar moeten laten gebeuren. Verder dan dat komt zij niet."(101)

[De auteur zelf ook niet. ]

"Redelijkheid, respect en tolerantie – wie kan daartegen zijn, wie wil daar niet in geloven? Maar is het voldoende? Of beter: wat betekenen die woorden precies in de praktijk? Is het voldoende om Stef Blok, en de velen die zijn zwelgende gevoel van desillusie delen, die hun toevlucht hebben gezocht in het tribale denken als houvast, als harnas, op andere gedachten te brengen?"(103)

[Ook nogal vaag, nietwaar?]

"Het verlichtingsproject, kun je zeggen, heeft zich in zijn eigen voet geschoten. Juist nieuwe kennis over onze biologie heeft ons laten zien dat wij allesbehalve rationele wezens zijn, dat wij vaak impulsief denken, veel te snel ons oordeel klaar hebben en propvol vooroordelen zitten. We zijn geneigd het eens te zijn met degenen met wie we ons verwant voelen en fel van leer te trekken wanneer onze vijanden precies hetzelfde beweren. We buigen de waarheid om naar onze overtuigingen – en juist omdat we dat weten, kunnen we anderen exploiteren, sturen, opjutten, om er geld aan te verdienen of om hen voor ons politieke karretje te spannen.
De Verlichting heeft ons, kortom, geleerd hoe weinig verlicht we van nature zijn. Politici, marketeers, reclamemensen en columnisten op zoek naar een verdienmodel weten die kennis te misbruiken. Het idee dat de mensheid zich zal verenigen op rationele gronden, dat we elkaar blijvend kunnen vinden in een gevoel van gedeelde menselijkheid, lijkt ontmaskerd als een te rooskleurige illusie." [mijn nadruk] (104)

[En daar hebben we de evolutionaire psychologie weer, door Heijne kritiekloos geaccepteerd. "We" zijn weer 'van nature' dingen.]

"We hebben beelden, constructies, nodig om te kunnen leven."(107)

[Ook al zo'n stelling.]

"We interpreteren altijd de werkelijkheid, construeren de werkelijkheid, door middel van beeld, metafoor. Zonder dat heeft het leven zin noch betekenis. Zo gezien is alles in ons leven een ‘constructie’. Racisme is een constructie, maar wie het bestrijdt, bedient zich net zo goed van beelden en ‘constructies’ over rechtvaardigheid en gelijkwaardigheid. We scheppen een eindeloze stroom beelden van de werkelijkheid."(108)

[En daar hebben we het postmoderne denken weer. Dat natuurlijk niet samengaat met de zekerheden vanuit het evolutionaire psychologie, maar wie ben ik om het over tegenspraken te hebben? ]

"Vredestichters, mensen die het wagen hun hand uit te steken naar de gehate vijand, die de oversteek naar het andere kamp wagen, krijgen het in de regel van twee kanten hard te verduren – hij of zij wordt vrijwel altijd door beide partijen met de grootste afkeer bekeken. De vredestichter wordt vaak eerder als verrader gezien – hij doorbreekt de orde, breekt los uit zijn eigen kamp, hij verstoort de cyclus van wederzijds wantrouwen, woede en geweld, en juist dat wordt hem door alle partijen niet in dank afgenomen.
Iedereen wil vrede, iedereen wil verbinding, totdat iemand er echt werk van gaat maken. Want afkeer en haat zijn comfortabel, geven houvast en zekerheid, delen de wereld helder in, in goed en kwaad." [mijn nadruk] (111)

[Als dat de visie op vrede is ... Waarom zou je altijd je hand uitsteken naar degene met wie je het totaal niet eens bent? Er zijn nogal altijd standpunten die fundamenteel niet deugen.]

"Hetzelfde geldt voor eigenschappen en gedrag die maatschappelijk als zwak en pijnlijk worden gezien – bescheidenheid, nederigheid, gebrek aan geldingsdrang, ook hier spoort Jezus in zijn rede zijn gehoor aan die radicaal anders te waarderen.
Het probleem met zulke boodschappen is dat ze ondanks hun radicale inzet zo gauw zoetsappig worden. Ik bedoel dat ze met de mond worden beleden, dat ze wanneer uitgesproken telkens op beleefd applaus kunnen rekenen, maar geen werkelijke impact hebben op ons gedrag." [mijn nadruk] (117)

[Ook weer zo'n stelling. Hoe zou het nu toch komen dat mensen niet met vriendelijkheid, bescheidenheid, etc. om kunnen gaan? Als dat al zo is ... ]

"Het gevaar van het humanisme is dat het geneigd is de mens als een abstractie te zien. Geen individu, met al zijn mooie en lastige eigenschappen, maar de Mens."(119)

[Weer zo'n stelling Is dat zo?]

"Zo’n houding is allesbehalve gemakkelijk, omdat het recht tegen onze instincten ingaat. We zijn er van nature slecht toe uitgerust. Het wij-zij-denken ligt diep in onszelf verankerd, zegt de Amerikaanse bioloog en neurowetenschapper Robert Sapolsky in de documentairereeks Onbehagen."(124)

[En daar gaan we weer. ]

"De filosofen van de Verlichting beloofden ons dat de mens zich kon bevrijden van wat zijn autonomie in de weg zat. Godsdienst, dictators, groepsdwang, benauwende gemeenschapsbanden, gaandeweg zouden we in staat worden gesteld onze eigen levens te leiden – naar eigen inzicht. De toekomst was aan het individu. Context, bedding in geschiedenis, cultuur, afkomst, kleur, deed er niet langer toe." [mijn nadruk] (125)

[Die weergave van het Verlichtingsdenken lijkt me nogal oppervlakkig.]

"De bijtende aansporing van Jezus is van alle tijden, maar ze lijkt bij uitstek op onze tijd gericht, tegen ons, nu."(129)

[Waarom zouden we bijbelse teksten als leidraad nemen? Kunnen we zelf niet meer nadenken dan? ]