>>>  Laatst gewijzigd: 29 januari 2024   >>>  Naar www.emo-level-8.nl  
Ik

Notities bij boeken

Start Filosofie Kennis Normatieve rationaliteit Waarden in de praktijk Mens en samenleving Techniek

Notities

Hanneke Felten is senior projectleider en onderzoeker bij Movisie, een landelijk kennisinstituut voor de aanpak van sociale vraagstukken. Felten is een expert met speciale aandacht voor allerlei vormen van discriminatie.

Dit onderzoek van Movisie sluit aan bij het door De Graaf uitgevoerde onderzoek van Rutgers uit 2008. Het breidt het kwalitatieve onderzoek uit dat laatste onderzoek uit. Dat is prima, maar toch komen we ook met dit onderzoek niet veel verder.

Alleen die titel al. Meteen wordt de suggestie gewekt dat seksualiteit van jongeren niet normaal is. Niet handig.

Er worden goede uitgangspunten neergezet voor het onderzoek, maar er is wel sprake van een hoge mate van vaagheid. Wat is 'gelijkwaardigheid' in deze context? Een erg normatief begrip. En ook 'toestemming' en zeker 'vrijwilligheid' zijn als begrip bijzonder vaag en problematisch. Er zijn dus géén heldere criteria en het oordeel 'seksueel overschrijdend gedrag' is dan ook vaak een waardeoordeel en weinig objectief. Je kunt dat ook zien aan de grofheid van die insteek: zowel nagefloten worden als verkracht worden vallen er onder, alsof daar geen enorme verschillen tussen zitten. Dan weet je meteen dat het om een containerbegrip gaat.

Ook methodisch is er weinig vooruitgang, want er wordt nog steeds gewerkt met focusgroepen, een methode van werken waarvan ze nota bene zelf de beperkingen aangeeft (bijvoorbeeld vergeleken met individuele interviews). Waarmee je dus het fundament onder je eigen onderzoek sloopt en kiest voor oppervlakkige resultaten met veel sociale wenselijkheid in de reacties. En dan worden die groepen ook nog door scholen samengesteld en worden de gesprekken op de scholen gehouden. Niet goed. Uitspraken in die groepen zijn oncontroleerbaar. Ik zou wantrouwig worden als mensen zeggen dat het de anderen zijn die de 'slechte dingen' doen, ik zou twijfelen aan zelfkennis en eerlijkheid, ik zou denken aan sociaal wenselijke antwoorden.

De resultaten zijn vergelijkbaar met wat de focusgroepen naar voren brengen in het onderzoek van De Graaf uit 2008. Ik ga het niet herhalen. Het zijn meestal ook erg oppervlakkige antwoorden van mensen - jongens meer dan meiden - die nog denken dat ze zelf kiezen, zelf hun leven bepalen, terwijl ze van alle kanten gestuurd worden (ook door hun ouders, hun leeftijdsgenoten, naast de media). Hun opvattingen over rolpatronen, bijvoorbeeld, zijn totaal ondoordacht. Maar dat wisten we al.

Voorkant Felten e.a. 'Seksualisering: “Je denkt dat het normaal is...” - Onderzoek naar de beleving van jongeren' Hanneke FELTEN e.a.
Seksualisering: “Je denkt dat het normaal is...” - Onderzoek naar de beleving van jongeren
Utrecht: MOVISIE, 2009, 93 blzn.

Voorwoord

Dit onderzoek van Movisie sluit aan bij het onderzoek van de Rutgers NISSO groep:

"MOVISIE heeft een kwalitatief onderzoek uitgevoerd (De Graaf et al., november 2008). In aanvulling op deze vierdelige verkenning kreeg MOVISIE de opdracht het kwalitatieve onderzoeksgedeelte uit te breiden, zodat van een bredere groep jongeren de ideeën, beleving en behoeften in beeld komen. Dit rapport doet verslag van deze studie."(iv)

[Dat was dan ook hard nodig, zie mijn commentaar bij zowel het kwantitatieve als kwalitatieve onderzoek in De Graaf (2008). Wat ook nodig is is onderzoek naar het effect van al dit soort onderzoeken en het regeringsbeleid. Zijn de media op de genoemde punten nu minder seksualiserend dan vijftien jaar geleden?]

(1) Inleiding

""Het beeld van de gewillige stoeipoes die zich op haar achterwerk laat slaan, komt ons de neus uit." Manifest “Sex moet weer haute couture worden”

In de afgelopen jaren is er maatschappelijke onrust ontstaan over de veelheid aan seksueel getinte en genderstereotiepe beelden en andere uitingen in de samenleving, in het bijzonder in de media, en de mogelijke negatieve effecten hiervan op met name jongeren. Journalisten, wetenschappers, hulpverleners, leerkrachten en andere maatschappelijke organisaties maken zich zorgen over het verschijnsel ‘seksualisering van de samenleving’. Het manifest ‘Sex moet weer haute couture worden’ (Pans et al., z.j.) werd door meer dan tienduizend mensen ondertekend. In het veel gelezen ‘Slow Sex Manifest’ (Paardenkop & Van Rijsbergen, 2008) wordt gepleit voor een nieuw moreel kader voor seksualiteit. In ‘McSex’ (Hilkens, 2008) wordt een lans gebroken voor vernieuwde beeldvorming op het gebied van seksualiteit, of liever nog een nieuwe seksuele revolutie." [mijn nadruk] (1)

[Erg boeiend. Maar dat soort pleidooien zijn niet per se progressief, maar kunnen net zo goed uit de conservatieve en religieuze hoek komen.]

"Jongeren worden hierbij gezien als een groep die extra kwetsbaar is, omdat zij nog volop bezig zijn met hun seksuele en relationele ontwikkeling en omdat zij relatief naïeve, intensieve mediagebruikers zijn."(1)

[Wat dus een enorm waardeoordeel is. Alsof twintigers en dertigers en zo verder zich niet meer ontwikkelen op dat vlak maar alles al weten en klaar zijn met hun ontwikkeling, alsof die leeftijden zich niet neigen te spiegelen aan de beeldvorming in de media.]

"Vooral aan het begrip ‘seksualisering van de samenleving’ worden verschillende betekenissen gehecht. Sommigen verstaan er onder dat seks een (te) grote rol speelt in het openbare domein, anderen de genderstereotiepe beelden van seks in de media."(1)

"Allereerst moet dan de vraag beantwoord worden òf seksueel getinte beelden in de media gevolgen hebben voor het gedrag van jongeren. Naast signalen van maatschappelijke organisaties zijn er ook wetenschappelijke gegevens die aangeven dat contact met, of gebruik van, geseksualiseerde uitingen in de media inderdaad invloed kunnen hebben op gedrag van jongeren.(...) Uit Nederlandse cross-sectionele studies komt naar voren dat jongeren die meer in contact komen met seksuele getinte media-uitingen, ruimere opvattingen hebben over onder andere seks zonder verliefde gevoelens, seks als ruilmiddel en grensoverschrijding, dan anderen (De Graaf et al., 2007; Nikken, 2007)." [mijn nadruk] (2)

"Ten tweede moet de vraag beantwoord worden of de invloed van seksueel getinte beelden op jongeren als negatief betiteld moet worden, en (dus) reden tot zorg geven. Zowel vanuit maatschappelijke organisaties als vanuit de wetenschap zijn er signalen dat het zien van genderstereotiepe seksuele beelden jongeren leidt tot genderstereotiepe ideeën bij jongeren, of deze bevestigt." [mijn nadruk] (2)

"Er is verder enige steun voor de hypothese dat genderstereotiepe seksuele beelden een negatieve invloed hebben op het welzijn van meisjes."(2)

"Van het beschikbare experimentele onderzoek is weliswaar duidelijk wat de kip is en wat het ei, maar er zijn slechts attitudes gemeten. Het is de vraag in hoeverre de gemeten attitudes zich laten vertalen in daadwerkelijk seksistisch of seksueel intimiderend gedrag."(3)

"In de discussie over de seksuele moraal van jongeren zijn wij van mening dat de seksuele en reproductieve rechten van jongeren voorop dienen te staan. Dit betekent dat keuzevrijheid bij seksualiteit en het krijgen van kinderen het uitgangspunt is. Bijvoorbeeld de keuze of je seks wilt hebben, met wie en wanneer. Wederzijds respect en gelijkheid tussen partners zijn van belang bij deze keuzes. Ze moeten vrij zijn van discriminatie, stigma of vooroordelen. (...)
Maar als grenzen worden overschreden, is seks niet meer leuk. Een negatieve seksuele ervaring kan tot een trauma leiden, met negatieve gevolgen voor psychisch en lichamelijk welbevinden.
(...) Als het om seksueel gedrag gaat, is ons uitgangspunt dat iedereen, man of vrouw, jongen of meisjes, vorm moet kunnen geven aan haar of zijn eigen seksualiteit. Daarin moeten zij niet beperkt of gedwongen worden door ideeën en beelden die bestaan over wat seksualiteit en seksuele rollen behoren te zijn. Het zelf vorm kunnen geven aan de eigen seksualiteit is een mensenrecht (en dus ook een recht van jongeren)." [mijn nadruk] (5)

[Mooie vage woorden, want ik denk dat de grenzen van al die eigen keuzes voor 'de samenleving' al snel bereikt worden als een meisje een jongen wel wil pijpen voor een flesje frisdrank of als een zestienjarig meisje er voor kiest om zich te prostitueren of als een meisje van dertien met haar vriend van eenentwintig naar bed wil of als een minderjarige seks wil met een ouder iemand, en zo voort en zo verder.]

"In dit onderzoek beperken we ons tot seksuele en seksueel getinte beelden en andere uitingen in de media die een seksestereotiep karakter hebben."(6)

[Dat is nogal een inperking. Dan kan het dus niet gaan over het 'te veel' aan dat soort beelden in het algemeen of over de 'seksuele moraal van jongeren'. Dan gaat het dus over de rollenverdeling die jongeren aanleren. Toch krijg ik niet de indruk dat die inperking er werkelijk is hier, als ik de doelstellingen en onderzoeksvragen van het onderzoek zie.]

"Onder seksueel grensoverschrijdend gedrag verstaan we seksuele dwang: het fysiek of psychisch gedwongen worden om seksuele dingen te doen of toe te staan die iemand niet wil. Of een ander daartoe dwingen. Het gaat dan niet uitsluitend om gedwongen geslachtsgemeenschap, maar ook om een gedwongen tongzoen of een andere seksuele handeling die iemand niet wil. Ook vormen van subtiele drang en dwang vallen eronder, zoals iemand overhalen tot seks en manipulaties. De grens tussen ‘vrijwillig’ en ‘gedwongen’ is niet eenduidig vast te stellen. Wel zijn er criteria te formuleren op basis waarvan bepaald kan worden of seksueel (getint) gedrag al dan niet grensoverschrijdend is. Er is sprake van seksueel grensoverschrijdend gedrag als in seksueel contact aan één of meerdere van de volgende drie criteria niet wordt voldaan: gelijkwaardigheid, toestemming en vrijwilligheid (Frans, 2008)." [mijn nadruk] (7)

"Het onderzoek richt zich op jongens en meisjes in de leeftijd van 13 tot 16 jaar, met aandacht voor verschillen naar etniciteit en opleidingsniveau. We hebben daarom gekozen voor een werkwijze waarbij jongens en meisjes uit verschillende etnische groepen en van verschillende opleidingsniveaus met elkaar konden worden vergeleken. Om tot vergelijking te kunnen komen, hebben we getracht de onderzoeksgroep te beperken tot jongens en meisjes met een Turkse, Marokkaanse, Surinaamse en Antilliaanse achtergrond en autochtone jongeren. In de praktijk bleek het onmogelijk om de focusgroepen te beperken tot enkel jongeren met deze etnische achtergronden4 (zie paragraaf 2.4.2). Om iets te kunnen zeggen over seksualisering – opleidingsniveau hebben we deelnemers geworven op, en onderscheid gemaakt tussen, vmbo- en havo-scholen. Waarbij voor havo is gekozen en niet voor vwo vanwege het grotere aantal allochtone jongeren op de havo(CBS 2008). De onderzoeksgroep bestond uiteindelijk uit 58 jongeren." [mijn nadruk] (8-9)

[Dat klinkt een stuk beter dan het vergelijkbare onderzoek in De Graaf, 2008. Desondanks: weer focusgroepen.]

"Het werken met focusgroepen heeft echter ook een aantal nadelen, zoals eventuele groepsdruk onder jongeren en een beperkte mogelijkheid om diep in te gaan op de individuele beleving van de participanten. Individuele interviews bieden de mogelijkheid om de individuele belevingswereld van jongeren in beeld te brengen en hiermee ook meer diepgang te verkrijgen. Bovendien is groepsdruk dan niet aanwezig. Een onderzoeksopzet gebaseerd op individuele interviews was echter in een tijdsbestek van acht weken niet mogelijk." [mijn nadruk] (10)

[Waarmee je dus het fundament onder je eigen onderzoek sloopt en kiest voor oppervlakkige resultaten met veel sociale wenselijkheid in de reacties. En dan worden die groepen ook nog door scholen samengesteld en worden de gesprekken op de scholen gehouden.]

"Hoewel we zeer duidelijke richtlijnen voor de werving hebben gehanteerd ten aanzien van de gewenste groepssamenstelling, hadden we door al deze factoren niet volledig in de hand wie er in de focusgroepen terechtkwamen."(11)

[Vind je het gek?]

"Een onderzoek naar seksualisering, waarin het draait om de invloed van seksestereotiepe beelden in de media, vraagt om een seksespecifieke benadering. De focusgroepen met meisjes werden dan ook door vrouwelijke interviewers uitgevoerd en de focusgroepen met jongens door mannelijke interviewers. Bij de naar sekse gemengde groepen waren de vier onderzoekers aanwezig: een mannelijke en vrouwelijke interviewer voerden het gesprek; de andere onderzoekers notuleerden en observeerden." [mijn nadruk] (12)

[Ook zo'n uitgangspunt op basis van allerlei waardeoordelen. Ik denk dat je daarmee sterk de rollenverdeling bevestigt, omdat de interviewers dan te gemakkelijk denken te begrijpen wat degenen die reageren zeggen.]

"In de hulpverlening is bekend dat de sekse en de etniciteit en andere achtergrondkenmerken van de hulpverlener het gesprek met de cliënt beïnvloeden (Noordenbos, 2007). Mogelijk is dit ook het geval buiten de hulpverlening, in dit kwalitatieve onderzoek bijvoorbeeld. Het zou kunnen dat de allochtone meisjes gemakkelijker praten tegen de allochtone mannelijke gespreksleider dan tegen de Nederlandse en Belgische vrouwelijke gespreksleiders. Maar ook is het mogelijk dat de meisjes juist opener durven te zijn tegen de Nederlandse interviewer, omdat ze minder bang zijn dat deze roddels verspreidt in de eigen gemeenschap." [mijn nadruk] (12)

[Hulpverlening is niet hetzelfde als wetenschappelijk onderzoek. Maar goed. Dat geldt niet alleen voor allochtoon en autochtoon, maar dus ook voor man en vrouw. Misschien praten jongens gemakkelijker bij vrouwen en meisjes gemakkelijker bij mannen.]

(14) 2 - Seksualisering: beleving en behoeften van jongeren in Nederland

"In de ene focusgroep voelde de sfeer veiliger dan in de andere. Dit lijkt onder andere te maken te hebben met de sfeer op de school als geheel. Op de ene school leek er meer vertrouwen tussen de leerlingen onderling te zijn dan op de andere. Ook was het op sommige scholen gebruikelijk om op een open manier over seksualiteit te spreken en op andere niet. Op deze scholen vonden leerlingen het gemakkelijker om met elkaar over seksualiteit en seksualisering te praten."(14)

[Daarom moet je die dingen nooit op de scholen doen, maar erbuiten, op neutraal terrein.]

"Volgens dit meisje heeft een vriendin van haar iets dergelijks meegemaakt. Ook de andere verhalen over dwang hebben de meisjes gehoord van vriendinnen. Zij hebben zelf nooit zoiets meegemaakt, zeggen ze."(20)

"Geen van de meisjes geeft aan dat ze promiscue gedrag vertonen. Maar ze kennen wel meisjes die dat wel doen."(45)

[Die uitpraken zijn dus oncontroleerbaar. Ik zou wantrouwig worden als mensen zeggen dat het de anderen zijn die de 'slechte dingen' doen, ik zou twijfelen aan zelfkennis en eerlijkheid, ik zou denken aan sociaal wenselijke antwoorden. ]

(55) 3 - Analyse

[De resultaten zijn vergelijkbaar met wat de focusgroepen naar voren brengen in het onderzoek van De Graaf uit 2008. Ik ga het niet herhalen. Het zijn meestal ook erg oppervlakkige antwoorden van mensen - jongen meer dan meiden - die nog denken dat ze zelf kiezen, zelf hun leven bepalen, terwijl ze van alle kanten gestuurd worden (ook door hun ouders, hun leeftijdsgenoten, naast de media). Hun opvattingen over rolpatronen, bijvoorbeeld, zijn totaal ondoordacht:]

"Als het gaat om de omgang tussen jongens en meisjes en met seksualiteit wordt het voor jongeren ingewikkelder om iets te zeggen over de invloed van de media hierop. In eerste instantie ervaren zij de invloed van de media op dit terrein veel minder direct. Een mogelijke verklaring hiervoor is dat zowel in de VMBO- als HAVO-groepen, jongeren aangeven dat demanier waarop mannen en vrouwen, jongens en meisjes zich ten opzichte van elkaar gedragen ‘nu eenmaal zo is’ en dat jongens en meisjes zich nu eenmaal ‘zo (behoren te) gedragen’. Deze opvattingen sluiten vijrwel naadloos aan bij klassieke mannelijkheids- en vrouwelijkheidscoderingen (Van Oosten & Van der Vlugt, 2002). Veel van de jongeren schrijven hun seksestereotiepe opvattingen toe aan bestaande verhoudingen in de natuur (‘bij dieren zijn mannetjes ook de baas’) of historisch gegroeide verhoudingen tussen mannen en vrouwen. De jongeren vinden het moeilijk om op dit gebied de invloed van de media te zien, omdat ze er van overtuigd zijn dat deze verhoudingen tussen mannen en vrouwen weinig of nauwelijks te veranderen zijn. Ook hier viel op dat in de loop van de groepsgesprekken de jongeren aangaven dat ze zich gingen realiseren dat klassieke opvattingen over mannen en vrouwen weerspiegeld worden in de media." [mijn nadruk] (56)

"Jongeren zien in de media een eenzijdig beeld van rollen en gedragingen van vrouwen en mannen. De mythe van de onbedwingbare mannelijke lust die vrouwen behoren in te dammen zien zij hierin weerspiegeld. Deze mythe vormt de basis voor een dubbele moraal. Het geheel zorgt ervoor dat jongens en meisjes hun wensen en grenzen op seksueel gebied veronachtzamen. Dit maakt hen kwetsbaar voor seksueel grensoverschrijdend gedrag." [mijn nadruk] (60)

[Het is schokkend. Je ziet er aan af hoe belangrijk goede voorlichting en informatie zijn. Die halen die onzinnige opvattingen uit hun hoofd en maken weerbaar. En de beeldvorming in de media helpt niet, bevestigt alleen maar wat ze al aan opvattingen hebben. Zoals ook hun ouders, hun leeftijdgenoten, en zo meer. Ik denk niet dat er al iets veranderd is op dat vlak. ]

Gehanteerde definities:

"Objectivering beschouwen wij als ‘de overmatige belangstelling voor iemands lichaam of uiterlijk in combinatie met een gebrekkige aandacht voor andere kenmerken van die persoon’.(...)

Zelfobjectivering beschouwen we als de internalisatie van de objectivering: een overmatig hechten van waarde aan het eigen uiterlijk, of het meer waarde hechten aan het eigen uiterlijk dan aan andere persoonlijke kenmerken." [mijn nadruk] (60-61)

"Meisjes zeggen over zichzelf dat ze het uiterlijk van jongens belangrijk te vinden, omdat dit het eerste is wat je ziet. Het liefst willen ze een jongen met een ‘sixpack’, zoals die in videoclips te zien zijn. Tegelijkertijd geven ze aan dat het karakter van een jongen het belangrijkste is. En dat ‘mooie’ jongens vaak arrogant zijn, en dus niet zo begerenswaardig. Jongens zeggen over zichzelf dat ze het uiterlijk van meisjes belangrijk vinden. Het liefst willen ze een meisje met grote borsten en ronde billen. In de media kijken de jongens er graag naar, terwijl ze zich realiseren dat die beelden nep (kunnen) zijn. Daarom zien veel jongens het liefst vrouwen ‘in het echt’. Ook bij deze vrouwen en meisjes zeggen ze het liefste naar borsten en billen te kijken. Tegelijkertijd geven ze aan dat ze het karakter van een meisje ook belangrijk vinden. En dat ‘mooie’ meisjes vaak arrogant zijn, en dus niet zo begerenswaardig.
Interessant is, dat meisjes en jongens op een vergelijkbare manier naar elkaar kijken, terwijl ze denken dat het anders in elkaar steekt. In de focusgroepen geven veel meisjes aan dat ze denken dat jongens vooral gericht zijn op het uiterlijk van meisjes en het innerlijk niet zo belangrijk vinden. En jongens denken dat meisjes vooral het innerlijk van jongens belangrijk vinden en daarom het uiterlijk van jongens niet zo belangrijk vinden. Daarom vinden zowel jongens als meisjes het logisch dat er in de media meer ‘blote’ vrouwen te zien zijn dan mannen. Jongens kijken voor de ‘lust’ naar vrouwen, meisjes om zich aan die vrouwen te kunnen spiegelen." [mijn nadruk] (60-61)

[Dat is inderdaad boeiend. Het zijn gescheiden werelden waarschijnlijk, ze praten meer met hun eigen sekse dan met de andere en hebben dus geen idee wat er werkelijk en concreet speelt bij die andere sekse. Dus trekken ze zich terug op clichés want het ontbreekt aan informatie. En dat is waar de media en andere invloeden een rol spelen helaas: die geven die clichés en niet de juiste informatie. En dus verandert er nooit iets.]

"De meisjes hebben verschillende vrouwelijke ideaalbeelden, afhankelijk van hun etnische/culturele achtergrond. Het ideaalbeeld van de Surinaamse meisjes is veel ‘ronder’ dan dat van autochtone meisjes. Surinaamse meisjes willen graag ‘dikke billen’ terwijl de autochtone meisjes vooral niet te dik willen zijn. De autochtone meisjes refereren dan ook vaak aan de slanke modellen op de catwalk en in glossy magazines en de Surinaamse meisjes meer aan de ‘ronde’ vrouwen in videoclips. De meisjes lijken zich daarmee te identificeren met die vrouwen waarmee zij enigszins gelijkenis vertonen. Huid- en haarkleur lijkt hierbij doorslaggevend te zijn: op de catwalk en in de glossy magazines zijn witte, vaak blonde, vrouwen in de meerderheid en in videoclips zijn donkere vrouwen goed vertegenwoordigd (Woertman 2003)." [mijn nadruk] (61-62)

"Een bijzonder kwetsbare positie nemen meisjes uit traditionele eerculturen in, waar kuisheid van meisjes door de familie wordt opgelegd en vaak bewaakt. Net als in het vorige onderzoek naar voren kwam, kunnen roddels over het verliezen van maagdelijkheid voor het huwelijk voor deze meisjes zeer ernstige consequenties hebben (eergerelateerd geweld). De mythe van het maagdenvlies speelt hierbij een belangrijke rol. Verschillende meisjes leken zich bewust te zijn van hun precaire positie. De angst om niet als maagd te worden gezien was bij een aantal van deze meisjes voelbaar. Deze maagdelijkheidcultus staat in scherp contrast met het beeld van seksualiteit dat in de media weergegeven wordt. In de media zien zij dat vrouwen zich gewillig dienen op te stellen ten aanzien van de seksuele verlangens van mannen, terwijl zij in hun opvoeding meekrijgen dat, voor het huwelijk, deze gewilligheid absoluut taboe is. Zowel vanuit de media als vanuit hun familie komt er geen stimulans om hun eigen seksuele wensen en grenzen te ontdekken."(63-64)

[Triest. Laten we beginnen met het verbieden van religie en alle mythen die door religie in stand gehouden worden. Ook dit is een kwestie van goede informatie en zo.]

"Uit ons onderzoek komen Surinaamse en Antilliaanse jongeren niet als bijzonder kwetsbare groep naar voren: het lijk er niet op dat zij sterker de invloed van geseksualiseerde media beleven dan andere jongeren. Opvallend is, dat bepaald gedrag, zoals ‘blote’ kleding en ‘schuren’, volgens deze groep niet wordt gekopieerd uit de geseksualiseerde media maar voortkomt uit de eigen culturele context. Dit lijkt zeer aannemelijk."(64)

"Gedurende de gesprekken bleek dat de meeste jongeren niet gewend waren om over media, sekse en seksualiteit te praten, maar dit erg leuk en leerzaam vonden. Bij de vraag naar eventuele behoeften werd aangegeven dat met elkaar praten hierover erg zinvol is. Door discussie met elkaar kregen ze nieuwe inzichten, zo vertelden ze. Dit was ook duidelijk aan de jongeren te merken."(66)

[Dat lijkt me logisch. Dt is namelijk ook precies wat er nodig is. Goede begeleiding lijkt me wel belangrijk.]

(68) 4 - Samenvatting en conclusies

[Al aan de orde gekomen, in feite.]

(72) 5 - Aanbevelingen

"Net als in het onderzoek uit 2008, is in dit onderzoek duidelijk geworden dat genderstereotiepe ideeën dominant zijn onder jongeren. De media weerspiegelen zulke ideeën en lijken daardoor bij te dragen aan een verdere verspreiding en versterking van die ideeën. Zoals in het vorige rapport is aangegeven dient daarom de gelijkwaardigheid van jongens en meisjes veel aandacht te krijgen binnen seksuele en relationele vorming, maar ook in aparte lessen en interventies. Het is belangrijk (ook) de rol van de media hierin te betrekken. Daarnaast lijkt opvoedingsondersteuning voor ouders, waarin aandacht besteed wordt aan gelijke rechten voor jongen en meisjes, ook op zijn plaats. Bijzondere aandacht dient er te zijn voor ouders uit een traditionele eercultuur (Turks, Marokkaans, Afghaans, Surinaams, Hindoestaans, etc.)."(72)

[Zwak. Hoe dat allemaal zou moeten gebeuren blijft onduidelijk.]

(74) 6 - Discussie

[Ook zwak. Verder dan dat er meer onderzoek nodig is komt dit eigenlijk niet.]

(76) 7 - Bronnenlijst